Tuin Ruigezand
Inrichting en beheer van de tuin van het "RUIGEZAND"
Geschiedenis.
Ruim tweehonderd jaar geleden was het Ruigezand nog een schiereiland in de monding van het Reitdiep. Dit stond toen nog in open verbinding met de zee. In 1795 is dit eiland door de gebroeders Teenstra ingepolderd en bouwden zij twee grote boerderijen met een ruim (2,5 ha) erf met gracht en bomensingel eromheen. Boerderij ‘Ruigezand’ is de westelijk gelegen Teenstraboerderij. De schuur en hals ervan zijn in 1798 gebouwd. Het voorhuis in Empirestijl is iets later gebouwd: 1803.
Inrichting.
De hoofdindeling van het erf en de tuin uit 1820 is aangehouden bij de huidige inrichting. De bomensingel met nog veel 200 jaar oude essen en lindes en de gracht zijn beide nog aanwezig!
Op het terrein binnen de gracht liggen aan de westzijde de hooiandjes. Op deze hooilandjes wordt verschralingsbeheer toegepast (maaisel wordt afgevoerd) waardoor in de loop der jaren een grote kruidenrijkdom is ontstaan. De bosjes worden begrensd door bosjes met inheemse struiken. In deze bosjes bloeien in het voorjaar vele soorten stinzenplanten zoals winteraconieten, daslook, anemonen enz..
De siertuin loopt langs de zuidmuur van schuur en huis door tot aan de noordmuur van het voorhuis. Het einde van de siertuin wordt daar gemarkeerd door een grote oude beuk aan de rand van de gracht en een rode beukenhaag richting huis. Aan de noordoost-kant van het binnenterrein bevindt zich de fruitboomgaard. Ten noorden van de schuur ligt de moestuin; de meest beschutte, maar ook meest zonnige plek op het terrein. In 1820 lagen boomgaard en moestuin net andersom (nummer 84 en 85).
Bij de aan de westzijde gelegen ingang is aan één zijde van de gracht de ‘paardenwas’ zichtbaar: onder het gras in de glooiing is het bestraat met klinkers zodat de paarden de gracht in konden lopen om gewassen te worden.
Kadastrale plattegrond Ruigezand uit 1820, waarin zijn ingetekend de nog aanwezige elementen van voor 1900 zoals reliëf, vijver, treur-es en lindenprieel.
Beplanting.
Hiervoor hanteren we een o.a. de uitgangspunten:
* Handhaven van de eerder genoemde hoofdindeling.
* Het creëren van beschutting in de tuin die is gelegen in het open vlakke land.
* Hergebruik van de bestaande beplanting en van wat we door plantenruil verkrijgen.
* Er moet uit de tuin gegeten en gedronken kunnen worden.
* Planten die vanzelf komen en niet woekeren of in de weg staan laten groeien of alleen sporadisch/gefaseerd snoeien, wieden of maaien.
Beheer.
De bomensingel wordt één of twee keer per jaar gemaaid en het hooi wordt afgevoerd. Het aanvullen van de bomenrijen van essen en lindes gebeurt met zaailingen die daarvan in de tuin opkomen. Er wordt al meer dan vijftien jaar niet bemest waardoor het grasland steeds kruidenrijker wordt.
De gracht is in vergelijking met de kadastertekening aan beide oevers ongeveer één tot anderhalve meter breder; er heeft veel afkalving plaatsgevonden. Plaatselijk vullen we de oevers weer aan met materialen die vrijkomen bij het onderhoud van tuinen.
Op het grasveld op het binnenterrein wordt een verschralend beheer toegepast: daardoor neemt de maaifrequentie af en de soortenrijkdom toe. Ook hier in het voorjaar veel stinzenplanten zoals sneeuwklokjes, kievitsbloemen of boshyacinthen
De borders met vaste planten of bessenstruiken hebben ronde/glooiende vormen, passend in een landschapstuin. Langs de zuidmuur van de schuur staan druiven.
De eind jaren tachtig aangeplante boomgaard bevat zo'n 25 verschillende soorten oude fruitrassen zoals James Grieve, Yellow Transparant, Notaris, Sterappel, Schone van Boskoop, Groninger Kroon, Winterjan. Het fruit wordt in het najaar aan liefhebbers verkocht. Van een deel ervan laten we sap persen bij Fruitverwerking Niehove. Dit ongezoete, gepasteuriseerde sap is in pakken van 3 of 5 liter te koop. Neem gerust contact op bij belangstelling hiervoor!
In de moestuin staan onder meer gewassen die niet altijd lekker/makkelijk in de winkel te krijgen zijn, zoals peulen, bataviasla, kervel, veldsla, frambozen en sojabonen. Ook staan er oude (Friese) Rassen zoals Reade Krobbe, Kollumer pronkboon, Zoete Grauwe Erwt, Waalse tuinboon. Het Groene Erwten-ras Dik Trom staat eveneens in de moestuin. Dit ras werd door de firma Mansholt in de Waddenregio in de jaren ’50 gewonnen en werd in de jaren ’60 en ’70 veel verbouwd. Daarna verdween het ras langzaam van het toneel, maar het is sinds 2015 weer verkrijgbaar.
Vrijkomende materialen uit de tuin worden hergebruikt voor de aanleg van composthopen of takkenrillen, of het aanvullen van de oevers. Het dikkere hout wordt gebruikt als brandhout.
Dahlia-border met oude perenboom en op de achtergrond treur-es en deel bomensingel.